Speech State of the Union
*** This speech was delivered in Brussels on 26 November 2025, in the Chamber. Only the spoken word is authoritative. ***
Beste voorzitter,
Beste volksvertegenwoordigers,
Beste collega’s,
Bij het opstellen van deze begroting moest ik af en toe denken aan de jaren ’90. Ook
toen leed dit land onder donkerrode begrotingscijfers. De rekeningen moesten
opnieuw op orde om te kunnen toetreden tot de euro.
Ik durf te stellen dat we vandaag voor een nog grotere uitdaging staan. De nestor
van mijn regering, die al sinds de jaren ’80 meedraait in de Belgische toppolitiek, had
het over “de moeilijkste begrotingsoefening die hij ooit gezien heeft”. Wie ben ik om
veteraan Vandenbroucke daarin tegen te spreken. Niet voor niets sta ik hier pas
anderhalve maand na de officiële opening van het politieke jaar.
Feit is immers dat de context vandaag nog moeilijker is dan in de jaren ’90. Onze
economische groei was toen nog van die aard dat begrotingsputten daarmee
opnieuw gevuld konden raken. Vandaag is dat omgekeerd: als we niets doen worden
de putten alleen maar dieper.
Bovendien hebben we nu veel minder handvaten ter beschikking om ons uit de
begrotingsput te trekken dan toen. Een eigen munt hebben we bijvoorbeeld niet
meer.
Op een vredesdividend kunnen we evenmin nog rekenen, integendeel. We moeten
noodgedwongen zeer veel kosten maken om de vrede op dit continent te verzekeren.
En ook de demografische realiteit werkt tegen ons. In de jaren ’90 waren er in dit land
nog vier mensen op arbeidsleeftijd voor elke 65-plusser. Vandaag zijn dat er drie. En
over enkele decennia dreigen dat er nog maar twee te zijn. De bevolkingspiramide
van weleer komt op zijn kop te staan. Steeds minder werkenden staan in voor de
pensioenen van steeds meer ouderen.
Het maakt dat de uitdaging waarvoor we nu staan ongezien is in onze recente
geschiedenis. Zonder een doortastend en volgehouden antwoord, dreigen we voor
het eerst sinds de industriële revolutie structureel aan welvaart en dus ook aan
welzijn te moeten inboeten.
Het tij moet gekeerd worden. Dat kunnen we in essentie op twee manieren doen.
Ten eerste: door met meer mensen te gaan werken en allemaal samen ook langer te
werken. Daar slagen we als land onvoldoende in. Onze werkzaamheidsgraad ligt nog
steeds onder het Europees gemiddelde, net als de lengte van onze loopbanen.
Ten tweede: door meer welvaart te creëren met dezelfde inspanning. Met andere
woorden: door onze productiviteit te verhogen. Maar helaas lukt ook dat ons de
voorbije decennia steeds minder. We komen al lang niet meer aan de
productiviteitsgroei van de jaren ’80 en ’90. Onze economie stagneert, waardoor we
onze overheidsuitgaven steeds moeilijker gefinancierd krijgen.
Lage productiviteitsgroei en onvoldoende arbeidsdeelname in combinatie met steeds
meer sociale kosten: dat is een recipe for disaster.
Dat zagen we in de begroting die deze regering heeft geërfd. Bij mijn eedaflegging in
februari gaf het Monitoringcomité aan dat het federaal tekort bij ongewijzigd beleid
zou exploderen tot 6 procent van het bbp tegen 2029. Ofwel: tot zo’n 43 miljard euro.
En daar moet je de onvermijdelijke 4 miljard extra voor defensie eigenlijk nog
bijtellen.
Bijna de helft van dat bedrag bestaat uit rentelasten – dit is de prijs die we betalen
voor onverantwoord uitstelgedrag uit het verleden. Daarom hebben wij nu meteen
een begroting opgesteld tot en met 2029. Geen uitstel meer.
Car, chers collègues,
Les temps difficiles requièrent dès lors détermination et force d'action. Dans les pays
voisins, nous constatons que le spectre de l'impasse et du blocage politiques n'est
jamais loin, avec toutes les conséquences néfastes que cela implique. Ce pays ne
peut pas se le permettre.
C'est pourquoi, depuis le premier jour, ce gouvernement s’attelle à mettre en oeuvre
des réformes indispensables à un rythme sans précédent. Nous sommes conscients
que ces réformes peuvent susciter des questions et inquiétudes au sein de la
population mais ces réformes sont absolument nécessaires. Dans leur mise en
oeuvre, le gouvernement restera donc à l’écoute de la concertation sociale. C’est
d’ailleurs dans cet esprit-là que des adaptations ont déjà été apportées, notamment
dans le cadre de la réforme des pensions.
L'objectif est de mettre ce pays sur la voie d'un assainissement budgétaire et de
consolider sa résilience face aux turbulences géopolitiques.
En réponse au vieillissement de la population, nous avons mis en oeuvre une réforme
majeure afin de continuer à pouvoir financer nos pensions.
Nous avons mis un terme aux excès du système, notamment avec un effort des
pensions les plus élevées. Nous avons aligné le régime des fonctionnaires sur celui
des salariés et des indépendants. Et nous avons renforcé le lien entre le nombre
d'années de travail effectif et le montant de la pension. Tout en assurant la protection
nécessaire aux personnes touchées par la maladie ou un malheur.
Ces réformes ne sont pas agréables, j'en suis bien conscient. Mais elles servent
l'intérêt général. Elles permettent un modèle de pension plus équitable, plus
raisonnable et mieux finançable.
Cela portera également ses fruits sur le long terme. Cette réforme permettra de
diviser par deux l'augmentation des coûts liés au vieillissement sur une période de
quarante ans. L'horizon de ce gouvernement va donc au-delà d'une seule législature.
Nous faisons ce qui est juste pour nos enfants et nos petits-enfants. Ils nous seront
reconnaissants de pouvoir recueillir le fruit des mesures que ce gouvernement a osé
prendre.
Nous avons par ailleurs mis en oeuvre des réformes dans d'autres domaines de la
sécurité sociale, des réformes qui auraient dû être réalisées il y a plusieurs
décennies.
Ces derniers mois, de nombreux récits ont été relayés concernant des personnes
capables de travailler, mais qui restent chez elles depuis plus de vingt ans, tout en
touchant des allocations de chômage. Des témoignages poignants. Souvent, ces
personnes ont été les oubliées d'un système qui les a maintenues dépendantes de
l'État et qui n’a pas suffisamment entrepris pour les activer.
Nous avons choisi de ne plus laisser ces gens livrés à leur propre sort. Nous allons
les sortir de leur isolement et les aider à reprendre leur vie en main. C'est pourquoi
nous avons limité les allocations de chômage à une durée maximale de deux ans. Le
système de chômage doit être un tremplin. Cela ne peut jamais être un hamac pour
la vie.
Chers collègues,
Pour que le plus grand nombre de personnes possible soit au travail, nous réduisons
également les barrières d’accès à notre marché de l’emploi.
Nous allons notamment diminuer la fiscalité sur les heures supplémentaires
volontaires, supprimer des règles absurdes concernant la durée minimale de travail,
offrir aux étudiants la possibilité de gagner davantage et relever le plafond pour les
flexi-jobs de 12.000 à 18.000 euros. Un montant qui sera désormais indexé.
We verlagen ook de lasten voor gepensioneerden die nog actief willen blijven. Zij
zullen vanaf 2027 met behoud van pensioen kunnen blijven werken aan een
bevrijdende heffing van 30 procent. Let wel: dit geldt niet voor ministerlonen, die zijn
niet cumuleerbaar met een pensioen. Sorry, Frank. Sorry, Jan.
Avec ces mesures, nous voulons donner l’oxygène nécessaire à notre marché du
travail en période de pénurie. Nous veillons à ce que toute personne qui souhaite
travailler, sous quelque forme que ce soit, y soit encouragée.
Encourager le travail est l’un des credo de ce gouvernement. Nous le faisons non
seulement par des réformes du marché du travail, mais aussi par une réforme
fiscale. D’ici 2030, ceux qui travaillent pourront compter en moyenne sur environ
mille euros nets supplémentaires par an.
Notre État-providence repose sur les épaules de la classe moyenne active. Elle
mérite toute notre reconnaissance.
Outre notre prospérité, ce gouvernement se soucie également de notre sécurité, la
mission essentielle de l’État. Les départements de la sécurité ne subissent aucune
économie. Au contraire. Des investissements supplémentaires sont prévus. Cela vaut
tant pour la justice et la sécurité intérieure que pour la défense. Nous allons
également mieux coordonner ces domaines.
Ces investissements ne se font pas à l’aveugle. Ils s’accompagnent des réformes
nécessaires. Ainsi, les zones de police bruxelloises seront enfin fusionnées. Nous
mettons en oeuvre une politique globale et ferme pour briser le modèle économique
du crime organisé qui sévit surtout dans nos villes.
Samen met onze Europese partners doen we ook ons deel voor de verdediging van
ons continent. Our break from history is over.
Vanaf dit jaar voldoen we eindelijk aan de NAVO-norm die dit land elf jaar geleden
aan zijn bondgenoten had beloofd.
We zetten strategische vergissingen uit het verleden recht. Vergissingen die ons
afhankelijk maakten van regimes die ons vandaag onder vuur nemen. Daarom
benaderen we het energievraagstuk voortaan met een open geest. Wars van
dogma’s en met het oog op stabiele bevoorrading en betaalbare prijzen voor
gezinnen en ondernemers. We schaften daarom eindelijk de wet op de kernuitstap
af.
Deze regering zet bovendien in op een streng maar humaan migratiebeleid. Het
systeem van gezinshereniging wordt fors verstrengd. En de prijs van onze
nationaliteit weerspiegelt voortaan de waarde van ons burgerschap. Voor deze
regering staat dat burgerschap niet gelijk aan een toegangsticket tot de sociale
zekerheid, maar aan een engagement voor onze samenleving. Geen burgerrechten
zonder burgerplichten.
Kurz gesagt: Wir reformieren sozialökonomisch und machen zugleich unsere
Gesellschaft wieder widerstandsfähig.
All diese Maßnahmen wurden innerhalb der Regierung bereits in den sogenannten
Oster- und Sommerabkommen festgelegt.
Der Monitoring Komitee hat bereits im September die Auswirkungen all dieser
Reformen aufgezeigt, nämlich eine Verringerung des Schuldenaufbaus um 15
Milliarden Euro in dieser Legislaturperiode. Und langfristig verbessern sie den
Haushalt sogar strukturell um Dutzende Milliarden Euro pro Jahr – Milliarden, die wir
nicht auf unsere Kinder und Enkelkinder abwälzen.
Diese Regierung tut also das, was schon vor zwanzig Jahren hätte geschehen
müssen. Aber, unser Haushaltsproblem ist derart groß, dass diese Reformen allein
nicht ausreichen.
Beste collega’s,
Het stelde de regering voor een keuze.
Ofwel enkel de begroting van 2026 opstellen en nog maar eens de bal voor ons uit
schoppen, ofwel meteen een robuuste meerjarenbegroting afleveren voor de hele
legislatuur.
Het doet wat denken aan het kruispunt van Herakles.
De Griekse held moest kiezen tussen twee verschillende paden, elk
vertegenwoordigd door een godin: het ene door de zondige Kakia, het andere door
de deugdelijke Aretè.
De valse Kakia hield een schijnbaar gemakkelijke weg voor die zou leiden tot een
luilekkerleventje.
Aretè wees daarentegen naar een steil, smal en moeilijk pad. Ze verbeeldde
daarmee de eeuwige waarheid dat waarlijk geluk enkel wordt bereikt door noeste
arbeid en volharding. Labore et constantia.
Herakles koos terecht voor Aretè, voor de moeilijke weg. Uiteindelijk zou hij de
Olympus bereiken en zich onder de goden voegen.
Op de Olympus zijn we in dit land vandaag nog lang niet. Laat dat duidelijk zijn. Maar
deze regering heeft alvast de moed om het pad van Aretè te beklimmen.
We kozen daarom niet voor gemakzucht, maar wel voor de Herculeaanse klus van
een meerjarenbegroting.
De oefening was allesbehalve evident. Het laaghangend fruit is immers al lang
weggeplukt.
De prijs van al te lang wegkijken is dat er geen pijnloze begroting meer kan gemaakt
worden. Dat maakt ons als beleidsmakers kwetsbaar. Maar er is geen andere keuze.
Want wat we vandaag niet besparen, moeten we morgen dubbel en dik terugbetalen
aan interest op de groeiende schuldenlast. Wie plichtsbewust is, heeft dus maar één
keuze: nú handelen. En dat doen we.
In de eerste plaats kijken we daarvoor naar besparingen. Met een ruim pakket
aan maatregelen besparen we meer dan 2,7 miljard euro. Dat gaat bijvoorbeeld
over efficiëntiewinsten in de zorg en het afbouwen van het aantal ambtenaren.
In 2026 en 2028 passen we ook eenmalig een centenindex toe op lonen en
uitkeringen boven de mediaan. Naast de begroting verbetert die maatregel ook onze
competitiviteit. Zuurstof die onze ondernemingen goed kunnen gebruiken.
De politiek bespaart ook op zichzelf.
We geven het goede voorbeeld en gaan verder dan alle andere beroepsgroepen: de
lonen van politici zullen de komende legislatuur niet worden geïndexeerd, net zoals
al het geval was voor de partijdotaties. De regering zal dat voor zichzelf doen en
vraagt aan de Kamer om te volgen.
Dit komt bovenop al eerder besliste besparingen op de ministers, de kabinetten, en
het parlementair statuut.
Een tweede belangrijke bouwsteen is de aanpak van het stijgende aantal
langdurig zieken. Het gaat in dit land om meer dan een half miljoen mensen op
arbeidsleeftijd. Per capita is dat een veelvoud van de aantallen in buurlanden als
Duitsland en Nederland.
Een recente steekproef van het Riziv toont aan dat veel mensen te snel definitief
worden afgeschreven en zo in de vergeetput belanden. Dat is niet in het belang van
onze samenleving, en nog minder in het belang van die mensen zelf. Daarom zal
deze regering maatregelen nemen om alle actoren op hun plichten te wijzen. Zowel
werknemers, artsen, ziekenfondsen als werkgevers. Tegen 2029 zijn deze
maatregelen goed voor een besparing van 2 miljard euro.
Voor alle duidelijkheid: wie daadwerkelijk ziek valt, zal kunnen blijven rekenen op
solidariteit. Maar er zal voortaan strenger en meer worden gecontroleerd op
eventueel misbruik van die solidariteit.
Daarnaast gaan we meer focussen op wat mensen wél nog kunnen en hoe zij wél
nog een zinvolle plaats kunnen innemen in onze samenleving.
Un troisième paquet de mesures concerne un tax shift au sein de la fiscalité
sur la consommation qui génère 1,3 milliard. Nous n’augmentons pas les taux de
TVA, mais nous effectuons une série de glissements au sein des taux existants.
Quelques adaptations interviennent également dans la politique des accises. Par
exemple, l’utilisation du gaz naturel devient légèrement plus chère, ce qui répond à
une obligation européenne.
Les accises sur l’électricité diminuent pour leur part.
Conformément à l’équilibre convenu dans l’accord de gouvernement, nous
demandons aussi une juste contribution aux épaules les plus larges. La mesure
principale consiste en une hausse de la taxe à 0,3 % sur les comptes-titres de plus
d’un million d’euros.
Nous prévoyons également d’autres recettes diverses, comme la taxe sur les colis
provenant de pays non-européens pour protéger notre commerce local. En tout, ces
mesures représentent un peu plus de 2 milliards d’euros.
Mais, les recettes et les économies à elles seules ne suffiront évidemment pas. Ce
gouvernement est conscient que la croissance économique et l’assainissement des
finances publiques sont intrinsèquement liés. Il faut d'abord cuire le gâteau avant de
pouvoir le partager. Et ce ne sont pas que des mots. Chaque pourcent
supplémentaire de croissance économique améliore notre solde budgétaire de
quatre milliards d'euros.
C'est pourquoi ce gouvernement prend de nouvelles mesures qui stimulent
entrepreneuriat, qui constitue le moteur de notre prospérité.
Le gouvernement va donc mettre en oeuvre un plan PME détaillé, et réduire les freins
dans différents secteurs.
Notre industrie peut également compter sur nous.
Outre un approvisionnement énergétique stable, nous veillons à réduire de manière
ciblée leurs coûts via une norme énergétique.
Par ailleurs, une partie de la marge budgétaire sera consacrée à la lutte contre la
surpopulation dans nos prisons.
Beste collega’s,
Met deze begrotingsoefening zetten we opnieuw belangrijke stappen in het saneren
van onze begroting. In totaal komt ze neer op een extra structurele besparing van
meer dan 9 miljard euro tegen 2029. Over de hele legislatuur vermindert deze
oefening de schuldopbouw nog eens met 17 miljard euro extra. Samen met de 15
miljard die we al deden, komt dat neer op een daling van 32 miljard euro. We
vermijden daarmee het Europese strafbankje en zenden een krachtig signaal uit naar
de internationale markten.
Beste collega’s,
Met de hervormingen en saneringen die deze regering doorvoert is het juiste pad
ingeslagen. Maar de tocht is nog moeilijk en lang. This is not the end. It is not even
the beginning of the end. But it is perhaps the end of the beginning.
In moeilijke tijden staan er hier handen aan het roer en wordt er koers gekozen. Ik
besef heel goed dat we nog bijlange niet aan onze bestemming zijn.
Het roer zal stevig in handen moeten worden gehouden om de koers die gekozen is
vol te houden en aan te scherpen.
Er is geen reden voor euforie, er is alleen reden om hard verder te werken. Vandaag
de arbeid, morgen de vrucht.
Om met deze regering dit werk te kunnen verderzetten, vraag ik het vertrouwen aan
het parlement.
Afin de poursuivre le travail avec ce gouvernement, je demande la confiance du
Parlement.
Um diese Arbeit mit dieser Regierung fortzusetzen, bitte ich das Parlament um sein
Vertrauen.
Ich danke Ihnen.
Je vous remercie.
Ik dank u.